Villa Ravensbosch, nog steeds een Romeins raadsel

Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Harry Lindelauf en RMO

Al bijna 175 jaar houdt het raadsel van het Ravensbosch stand. De vraag zonder definitief antwoord is: waartoe diende dit Romeinse gebouw in het bos? De archeologen zoeken het antwoord in verschillende richtingen. Maar over een ding zijn ze het vierkant eens: graag een nieuw onderzoek.

Het is niet dat het aan onderzoek ontbreekt. Leonhardt Janssen, conservator van het Rijksmuseum van Oudheden RMO, graaft in september 1850 in het Ravensbosch. Priester-archeoloog Jos Habets graaft er verder in 1865 en in 1918 arriveert Jan Holwerda van het RMO met een team. In 1922 en 1923 is hij terug met Willem Goosens en RMO-archeoloog August Remouchamps. Rond 1995 komt opnieuw een team archeologen de resten bekijken. In de tussentijd hebben illegale bezoekers met en zonder metaaldetector diepe interesse in de locatie. Ravensbosch maakt onderhand aanspraak op de titel ‘meest geplunderde Romeinse locatie van Nederland’.

Foto: Tijdens de opgravingen van 1922 en 1923 werden fundamenten van de stookruimte en het warmwaterbad gevonden.

Wat levert al dat officiële graafwerk op?

Heel wat. Lees mee: de resten van een rond gebouw, mogelijk een heiligdom, vijf stenen askisten vlak bij dat heiligdom. De oogst omvat ook fragmenten van amforen, kookpotten, kruiken, borden, kommetjes, bekers en munten (o.a. van Nero).

Maar topvondst zijn de resten van gebouwen dicht bij de Strabeek en de Beekstraat. Het  hoofdgebouw is 37 meter lang en 16 meter breed. De voorzijde kent een overdekte zuilengalerij en twee vierkante hoektorens, de villa heeft vloer- en wandverwarming, een badhuis met warm- en koudwaterbaden en een kelder. Ruim 40 meter verderop ligt een bijgebouw van 16 bij 8 meter. Het terrein voor de gebouwen is voor een deel uitgegraven in de steile boshelling.

In de directe omgeving kunnen de archeologen hun Romeins hart ophalen: er zijn tot dusver veertien Romeinse gebouwen en boerderijen (villae rustica) aangetoond. Dat heeft alles te maken met het vruchtbare Geuldal en de Via Belgica die enkele honderden meters verderop loopt.

Ok, dat weten we. Is er nog meer bekend?

Ja, wij weten met naam en toenaam welke Romeinen hier hebben gewoond. Dat zijn Marcus Vitalinius en Titus Tertinius Cornutus. Hun namen zijn gegraveerd in drie bronzen ‘vriendschapsplaatjes’. De plaatjes horen waarschijnlijk bij een cadeau, misschien een borstbeeld. Op een van de plaatjes bevestigt ene Julius zijn vriendschap met Marcus Vitalinius, lid van de gemeenteraad van Romeins Xanten. Op de achterkant van dit plaatje staat een jongere inscriptie, waarop de stam van Catualium (het huidige Heel) eer bewijst aan Titus Tertinius. Zijn naam staat ook op een tweede plaatje, net Marcus was Titus bestuurder van Xanten.

Foto: Dankzij de bronzen plaatjes kennen wij de namen van twee bewoners van de villa Ravensbosch: Marcus Vitalinius en Titus Tertinius Cornutus.

Wat is dan het raadsel van het Ravensbosch?

Dat is de bijzondere plek waar de Romeinen dit complex bouwen. Aan de voet van het steile hellingbos, net boven de bescheiden Strabeek met de voorgevel naar het westen gericht. De locatie wijkt zo sterk af van de gangbare, op het zuiden gerichte boerderijen dat er twijfel is over het etiket ‘villa rustica’ voor dit gebouw. Al in 1925 schrijft August Remouchamps dat hier meer aan de hand moet zijn: ‘In het z.g. Ravensbosch zijn zooveel Romeinsche gebouwen en andere resten geconstateerd dat met recht aan een Romeinschen vicus mocht worden gedacht.’

Foto: Amforen, gevonden tijdens de opgravingen in 1922 en 1923.

Van raadsel naar antwoorden. Wat heb je in de aanbieding?

Leuke opties van mensen die er verstand van hebben. Archeologe en conservator Thermenmuseum Karen Jeneson vindt de vicusgedachte van Remouchamps een interessant idee. Want, zo zegt zij, ‘dit is zo’n vreemde plek voor een villa rustica. Voor mij ruikt het hier hartstikke naar vicus. Het zou ook een logische locatie zijn, zo halverwege de Romeinse voorgangers van Maastricht en Heerlen’.
Zij legt nog een optie op tafel: Ravensbosch is een Romeins wegstation voor reizigers. Op deze plek konden wagenvoerders misschien ook een extra span ossen huren voor de klim vanuit het Geuldal naar het plateau van Haasdal. Dit idee veronderstelt dat er langs de Strabeek een weg liep.

Foto: resten van het schoepenrad en houten beschoeiing in Rimburg. Het is de enige Romeinse watermolen die tot dusver in Zuid-Limburg is gevonden.

Een dorp, een wegstation met ossen-verhuur. Nog meer?

Ja. Het volgende idee komt van Jasper de Bruin, conservator Romeinse tijd van het Rijksmuseum van Oudheden. Hij is het eens met Karen Jeneson dat de plek in het bos te apart is voor een Romeinse boerderij. Kijkend naar het water van de Strabeek zoekt hij de oplossing in een heel andere richting. ‘Was Ravensbos misschien een gebouw bij een watermolen aan de Strabeek waar het graan van al die boerderijen in het Geuldal werd gemalen?’
Voor de RMO-archeoloog is die molen-optie onderdeel van een bredere vraag: ‘De Romeinen zullen niet duizenden tonnen spelttarwe naar hun legerplaatsen langs de Rijn hebben vervoerd. Het is veel efficiënter om niet het graan maar het meel te vervoeren. Maar dan heb je watermolens nodig. Daarvan is er tot dusver in Zuid-Limburg maar één bekend: de Romeinse watermolen van Rimburg aan de Worm.’
Meteen ook ligt de vraag op tafel waar de Romeinen in de regio de andere watermolens hebben gebouwd. Jasper de Bruin ziet mogelijkheden om die vraag te beantwoorden: ‘Het is mijn droom om dat uit te zoeken. Het zou mooi zijn als de universiteit in Maastricht een leerstoel regionale geschiedenis zou kennen. Van daaruit kan Ravensbosch een mooi onderzoek zijn, maar ook de verkenning van het landschap. De universiteit zou dan kunnen samenwerken met bewoners van de regio die moderne middelen als drones inzetten.’

Foto: Karen Jeneson en Jasper de Bruin – ‘Meer onderzoek graag’

Expositie over de villa’s

Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden toont met de expositie ‘Romeinse villa’s in Limburg’  ruim 200 voorwerpen, maquettes, 3D-reconstructies en video’s. De tentoonstelling opent 25 april in Leiden en neemt de bezoeker mee naar het Zuid-Limburg van 2.000 jaar geleden. Blikvangers zijn de reconstructie van een meters hoge muurschildering uit Maasbracht met voorstellingen van gladiatoren en villabewoners en een kijkje thuis bij de ‘Dame van Simpelveld’.

Na de sluiting in Leiden, op 25 augustus, opent de expositie oktober 2024 in het Limburgs Museum in Venlo. Vanaf juni 2025 kun je de expo bezoeken in het Thermenmuseum in Heerlen.

Expo: Romeinse villa's in Limburg

En weer een…

Het aantal Romeinse boerderijen dat wordt ontdekt in de strook lössgrond tussen Keulen en Noord-Frankrijk blijft maar toenemen. Begin 2024 ontdekken archeologen de fundamenten van een grote Romeinse villa midden in Mechelen-Bovelingen. Dit dorp ligt achter Tongeren op enkele kilometers van de Via Belgica. De opgraving toont funderingen van vuursteenbrokken voor een gebouw van 21 meter lang en 11 meter breed.

Lees ook

Plein verwijst straks naar aquaduct van Coriovallum

Dat zit bie os in de familia? Sporen van Romeinse families in Rimburg