Kunstwerk – De Ritterbecher
N281, Bocholtz
Op het kruispunt van de N281 met de Bocholtzerweg bevindt zich een kunstwerk dat de tongen losmaakt. Boven de snelweg torent een Romeinse vaas die oogt als papier-maché. Onder het viaduct vrolijken tekeningen in felle kleuren de betonnen pilaren op. Ze zijn het werk van Tanja Ritterbex, die voor dit kunstwerk inspiratie haalt uit de Romeinse geschiedenis én uit haar eigen omgeving. Zoals de dikke kei in Bocholtz, waar ze als kind vaak bovenop zit. Als IBA Parkstad haar vraagt een Romeinse vaas te ontwerpen, gaat ze in gedachten naar de ongepolijste vorm van die kei terug.
Kunst is leven
Zo put de kunstenares in haar werk vaker uit haar eigen leven. “Als ik een vastomlijnde opdracht krijg, laat ik die in eerste instantie weer los. Ik ga altijd uit van mijn eigen kunstenaarspraktijk, van mijn eigen werkwijze. Zo ontstaat een autonoom kunstwerk”, legt ze uit. Dat loont. In 2016 wint ze de prestigieuze Prijs voor de Vrije Schilderkunst. Inmiddels woont en werkt Tanja al jaren in Berlijn.
“Kunstenaars die mij inspireren zijn Jean Debuffet, Karel Appel of de minder bekende Maud Lewis. Mijn hart gaat sneller kloppen van het naïeve, simpele in de kunst. Tijdens een colloquium in mijn studietijd op de Düsseldorfer Akademie hoorde ik een New Yorkse kunstenaar zeggen: ‘Oh, it’s the KISS principle: Keep It Simple Stupid’. Ik geloof in dit principe.”
Helder in een oogwenk
Kunst hoeft niet moeilijk te zijn, wil ze maar zeggen. Haar werk op én onder het viaduct bewijst dat ze die overtuiging naleeft. Toch is de Ritterbecher wel degelijk doordacht. Tanja bezoekt Romeinse musea en bestuurt de vorm en kleur van Romeinse vondsten. “De Romeinen hadden vazen met twee oren, maar ook met drie. Dat laatste vind ik een mooi gegeven. Door die drie oren heeft de vaas geen voor- of achterkant. Automobilisten kunnen dit landmark vanuit elke richting zien, of ze nu vanuit Duitsland, Nederland of België komen.”
Tanja maakt schetsontwerpen van vazen met hele verhalen er op. Maar ze komt al snel tot de conclusie dat haar ontwerp in een oogwenk helder moet zijn. Je ziet het tenslotte vanuit de auto. De Romeinse vazen met een gezicht erop, zogenaamde gezichtsurnen, bieden een goed alternatief. De Romeinen gebruikten ze als drinkbeker of urn, Tanja geeft er haar eigen, eigentijdse draai aan. “Ik put in mijn werk namelijk niet alleen uit de Romeinse tijd, maar ook uit onze hedendaagse cultuur”, legt ze uit.
Spelen met materialen
“Dit kunstwerk zou mijn werk niet zijn, als er geen elementen uit onze huidige tijd in zaten. Die ‘moderne’ symboliek heb ik in de vaas verwerkt door er een groot lachend gezicht op te zetten. Het vrolijke portret van de Romeinen is vertaald naar een smiley, een symbool dat we dagelijks gebruiken en dat onze tijd ademt.” Zo heeft de vaas niet alleen drie oren, maar ook drie gezichten. Ook de bolle vorm van de vaas verwijst naar de smiley.
“Ik put in mijn werk niet alleen uit de Romeinse tijd, maar ook uit onze hedendaagse cultuur.”
Tanja noemt de Oostenrijkse beeldhouwer Franz West als een van haar voorbeelden. “Hij speelt met dit soort vormen, eerst in papier-maché en later in polyester.” De Ritterbecher kent zo’n zelfde materiaalverwarring: de relatie met de zware steen, de illusie van kwetsbaar papier-maché, en het eigenlijke materiaal: hard maar licht aluminium.
Vindt ze het geen probleem dat de Romeinen geen aluminium gebruikten? Daar kan Tanja kort over zijn: “Dat is voor mij niet van belang. Ik heb gekozen voor een werkwijze en een materiaal van deze tijd. In mijn kunstenaarspraktijk vind ik het belangrijk mijn eigen alledaagse inspiratie te gebruiken.” Hedendaagse kunst is geen kopie van de werkelijkheid, vindt ze: voor een replica heb je geen kunstenaar nodig.
Romeins kleuren en vormen
Voor haar werk op de brugpijlers duikt Tanja specifiek in het Romeins verleden van Simpelveld en Bocholtz. Welke vondsten zijn er gedaan, welke tekeningen stonden daarop, welke kleuren werden er gebruikt? In het Thermenmuseum in Heerlen bestudeert ze de allerkleinste objecten in de vitrines. Ook uit de sarcofaag van Simpelveld haalt ze inspiratie. Die vertaalt ze niet letterlijk, maar abstraheert ze van de werkelijkheid door oud en nieuw met elkaar te combineren: de Romeinen, haar eigen werkwijze en de alledaagse hectiek en symboliek.
Aan de hand van het kleurgebruik van de Romeinen stelt Tanja een kleurenpalet samen voor de 12 pijlers van het viaduct. Felrood valt af: dat is de kleur van het gevaar. De primaire kleuren geel en blauw mengt ze tot de blauwe en turquoise tinten van Romeins glaswerk uit de omgeving. Tanja: “Ik heb voorbeelden gezien van lila, lichtblauw en paarsblauw glas. Ontzettend mooie kleuren. Ook terracottakleuren en aardse tinten komen in allerlei variaties voor.”
Het totale kunstwerk is een monumentale opdracht. Om de monumentale eenheid te behouden schildert ze op elke pilaar dezelfde luifel, een verwijzing naar de Romeinse markten. “Romein waren dol op handel drijven. Ze verkochten van alles op de markt, zelfs flamingo’s om te eten! Ik vind het een leuk gegeven dat we vandaag de dag nog steeds handeldrijven op de markt.
De tekeningen op de pilaren zijn geabstraheerde, schetsmatige lijntekeningen. Ze zijn afgeleid van het reliëf aan de binnenkant van de sarcofaag van Simpelveld en andere Romeinse vondsten. Je ziet een kapot haarspeldje, een Romeinse gesp, een munt, een gezichtsurn, een handspiegel, deuren, een tafeltje en een vaas. Die geabstraheerde vormen combineert Tanja ook hier met symbolen uit onze tijd, zoals Romeins kinderspeelgoed met een badeendje. Of een sleutelgat met een wifilogo: de Romeinse én de hedendaagse manier om anderen te bespioneren!