Romeinse watermolens
Vitrivius erkende reeds de kracht van water
De Oude Molen (de molen van de familie Houben) is een watermolen uit de 18e eeuw. Met behulp van waterkracht werd hier uit graan meel gemalen. Een traditie die teruggaat tot de Romeinen.
Water en wind waren, afgezien van menselijke spierkracht en dierkracht, de enige energiebronnen in de Romeinse tijd. Windkracht gebruikten de Romeinen alleen in de scheepvaart. Waterkracht zetten ze in voor het aandrijven van molens en het omhoog brengen van water voor de irrigatie van akkers of de werking van aquaducten.
De Romeinse bouwmeester Vitruvius beschreef het principe van watermolens al in de eerste eeuw voor Christus in zijn boek ‘De Architectura’. Het is zelfs mogelijk dat hier aan de Eyserbeek Romeinse molens hebben gestaan. Maar dat weten we niet, want er is nog geen archeologisch bewijs voor.
Eén van de meest indrukwekkende voorbeelden van het toepassen van waterkracht is het molencomplex van Barbegal bij Arles in Frankrijk. Acht molens werden er aangedreven door water dat via waterleidingen werd aangevoerd. En een reliëf op een sarcofaag uit Hierapolis in Turkije laat zien dat men in de derde eeuw na Christus een door waterkracht aangedreven steenzaag wist te construeren.
Grootschalige, industriële toepassingen van wind- en waterkracht kende men niet in de Romeinse tijd. Er waren immers genoeg slaven voorhanden…