Nieuw stukje Via Belgica in Houthem helpt de fantasie

Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Philip Driessen

Een nieuwe stukje Via Belgica tegenover Château Sint Gerlach in Valkenburg-Houthem gaat de bezoeker helpen een beter beeld te krijgen van Romeins Zuid-Limburg 2000 jaar geleden. De replica van tien meter lang en acht meter breed wordt daarmee een welkome aanvulling op het zicht- en tastbare Romeins erfgoed in de kelder van hotel Derlon in Maastricht en in het Thermenmuseum in Heerlen.

Het idee ontstaat binnen de Heemkundevereniging Houthem-Sint Gerlach nadat in 2017 op deze plek in de grond grindlagen worden ontdekt. Dat is volgens archeologen indirect bewijs van de Via Belgica die onder de huidige weg Meerssen-Valkenburg wordt vermoed. ‘Er werd binnen onze dorpsgemeenschap over gesproken en op enig moment ontstond het idee: laten we de Romeinse weg zichtbaar maken’, vertelt voorzitter Jos Lodewick van de heemkundevereniging.

Laten we de Romeinse weg zichtbaar maken
— Jos Lodewick | Heemkundevereniging Houthem - St. Gerlach

Snel resultaat dankzij samenwerking
Het nieuwe stukje Via Belgica verbindt niet letterlijk maar wel figuurlijk: Het idee brengt in recordtijd een keur van personen en partijen bijeen: van wethouder Meijers van de Valkenburg, toenmalig gedeputeerde Burlet van de provincie Limburg, aannemer Laudy en Moonen-Wanders tot conservator Karen Jeneson van het Thermenmuseum als expert. ‘De man met het oliekannetje’ achter dit alles is Camille Oostwegel sr. Zijn drijfveren: ‘Het was onze ambitie om deze replica te realiseren vanwege het toeristisch belang en om het archeologisch belang.’ De belangstelling voor vroeger is overigens geen bevlieging: als 15-jarige had Camille Oostwegel al een eigen museum met fossiele en archeologische vondsten en zelf opgezette dieren.

Nieuwe mijlpaal
Bijzonder is ook de bijdrage van frater Leo van de abdij Sint Benedictusberg in Mamelis. Hij kapt de teksten in een replica van een Romeinse mijlpaal. Christian Kicken levert de teksten en vertaalt ze uit het Latijn voor een informatiebord. De eendrachtige samenwerking van alle betrokken partijen brengt ook nog eens snel resultaat: het geld is binnen dankzij subsidies en sponsoring, de vergunning van de gemeente is er, en in de zomer van 2021 is de Via Belgica-replica een feit. Dan hebben medewerkers van Laudy samen met vrijwilligers van de heemkundevereniging het benodigde terrein aan de moestuin van Château Sint Gerlach van een geschikte onderlaag voorzien. Daarop wordt als wegdek een mengsel van keileem en grind aangebracht, net als destijds de Romeinen die werkten met lokale materialen. De lensvormige weg (vanwege de afwatering) lijkt daarmee in de verste verte niet op de beroemde foto’s van de Via Appia bij Rome die ook na 2000 jaar nog keurig is bestraat met grote steenblokken.

Grondradar
De uitvoering van de weg is geen discussiepunt. Minder feitelijk is de exacte route van de oorspronkelijke Via Belgica door het Geuldal richting Klimmen. Karen Jeneson deed er onderzoek naar. Ze zocht uiteraard aanwijzingen zoals de eerder ontdekte sporen aan de Putweg in Houthem. Maar zelfs de inzet van grondradar en analyses op basis van moderne gedetailleerde terreinkaarten leveren geen definitieve route op. ‘De noordflank van het Geuldal is altijd zeer intensief gebruikt voor landbouw. In de Romeinse tijd is twee meter grond van de helling in het dal afgezet, in de Middeleeuwen nog eens vier meter. Dat maakt het zeer moeilijk om sporen van de weg te vinden’, legt Karen Jeneson uit.

 

Ravensbos
Veel beter vindbaar zijn de resten van de Romeinse bewoning van het Geuldal. Er zijn maar liefst 12 villa’s rustica gevonden, veel graven bij Strabeek en het fundament van een toren op de Goudsberg. Karen Jeneson vermoedt dat de Romeinse resten aan de voet van het Ravensbos niet van een villa rustica (zeg maar boerderij) zijn: ‘Om te beginnen is de plaats van de gebouwen zeer a-typisch voor een villa rustica. De gebouwen hebben ook afwijkende vormen en er ligt een fundament van tien bij tien meter. Misschien was dit een wisselstation voor paarden en trekdieren met een herberg. Dat zou ik graag nog ‘s onderzoeken.’

Misschien was dit een wisselstation voor paarden en trekdieren met een herberg. Dat zou ik graag nog ‘s onderzoeken
— Karen Jeneson | conservator Thermenmuseum

Lees ook

Plein verwijst straks naar aquaduct van Coriovallum

Dat zit bie os in de familia? Sporen van Romeinse families in Rimburg