Doeke Krikke vond Via Belgica in Houthem
Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Anja Neskens
Doeke Krikke is een van de amateur-archeologen die meewerkte aan Heel Heerlen Graaft. Het was niet voor het eerst dat hij zocht naar Romeinse sporen: in 2017 was hij degene die in Houthem de Via Belgica vond.
“Ik kwam er langs toen ze bij het bestraten van een oprit een gleuf hadden gegraven voor een leiding. Op de bodem zag ik het oppervlak van een oudere weg. En vaak ligt daar dan een nóg oudere weg onder, in dit geval dus de Via Belgica. Ik heb nagedacht over de plek en de bocht, en uitgetekend waar de Romeinse weg verderop door zou lopen. Met een proefput en boringen werd duidelijk dat hier de Via Belgica liep”, herinnert Doeke zich. Een mooie vondst, al is de vreugde in de loop der jaren getemperd doordat hij niet de credits krijgt.
Oren en ogen
En dat terwijl amateur-archeologen ‘de oren en ogen’ zijn van de professionele archeologen, vindt Doeke: “De amateur-archeoloog is vaak de voorloper bij veel magnifieke ontdekkingen omdat ze aanwijzingen leveren voor opgravingen. Daarom vind ik het belangrijk om de amateur-archeoloog in ere te houden”. Nog een reden: volgens Doeke is de ervaring die de amateur meebrengt “vooral veel praktijkwerk, heel belangrijk”.
Doeke (73) was in de loop der jaren betrokken bij omvangrijke en belangrijke opgravingen in de regio. Bijvoorbeeld bij het vroegere klooster van Gerlachus in Valkenburg-Houthem. Hij schreef er na een omvangrijke studie een gedegen boek over dat hij ook zelf vorm gaf: Dagboek van een opgraving. De vondsten bij Gerlachus zijn om te smullen. Neem de aardewerken schalen die aantonen dat het klooster rond 1794 een militair ziekenhuis was. Vier eeuwen eerder bivakkeerde hier het 13.000 man sterke leger van Karel de Stoute. Het zwaard van een van de soldaten is teruggevonden. “Ik droomde er als kind al van om een zwaard te vinden. En in een van de beerputten bij het klooster vind ik dan dit zwaard. Echt, beerputten zijn een paradijs voor archeologen”.
Doorzettingsvermogen
Zijn ouders verhuizen in de jaren vijftig vanuit Hengelo naar Limburg. De jonge Doeke gaat naar de LTS en werkt vanaf zijn 15de als betontimmerman. Later ook in Duitsland, maar hij komt terug naar Nederland voor zijn gezin. In de avonduren volgt hij eerst de Mavo, later deels de Havo en dan nog 5 jaar Stadsacademie Maastricht (publiciteit en grafische vormgeving). Hij plakt er 5 jaar avondstudie aan vast en haalt de akte docent MO-A (handvaardigheid, techniek en kunstgeschiedenis). Overdag werken en om 17.30 uur thuis, dan vanaf 18.30 uur vier avonden per week naar school. Het is een doorzettingsvermogen dat Doeke Krikke typeert. “Mijn vader vond dat ik niet meer in mijn mars had dan de LTS. En bij het Arbeidsbureau zeiden ze ook zoiets toen ik met mijn Havo binnenkwam. Nou, dan is mijn reactie “ik zal je laten zien wat ik kan”.
Tijdens de avondstudies verandert hij van baan. Door de grafische studie kan hij aan de slag bij een drukkerij en doet hij in de loop der jaren bij meerdere bedrijven vrijwel alle werk dat in een drukkerij valt te vinden. Dankzij de akte MO kan hij weer van baan veranderen: hij gaat tot aan zijn pensioen nog tien jaar lesgeven aan meerdere scholen.
Zo machtig mooi
De liefde voor de archeologie ontstaat al op jonge leeftijd. Doeke mag als 16-jarige helpen bij een opgraving naast het Romeinse badhuis in Heerlen. “Daar kreeg ik de koorts te pakken”. In de vrije uren is hij in de jaren daarna als amateur-archeoloog bij tal van opgravingen te vinden. Bijvoorbeeld bij de speurtocht naar de geschiedenis in de Sint Servaaskerk in Maastricht. Hij is een van de vrijwilligers die vol overtuiging minutieus blijven zoeken als de professionals willen stoppen. Dat doorzettingsvermogen wordt beloond met een Merovingische sarcofaag. Daarin ligt het skelet van een vrouw met een 24 karaats gouden ketting om de hals en een ketting met edelstenen en halfedelstenen. “Zo machtig mooi”. Door de sieraden staat de vondst bekend als ‘De rijke dame’.
Ook bij de Romeinse vondsten van hotel Derlon is Doeke betrokken. Hij ziet hier op zo’n zes meter beneden het huidige straatniveau een fragment van de oude stadsmuur, Romeinse resten, en het wegdek van de oudste weg die ooit in Nederland is gevonden. In het museum aan het Vrijthof herinnert een tegel aan die laatste ontdekking.
Loden kogels en zilveren munten
Sinds begin 2023 is hij dankzij zijn ‘fascinerende, echt uit de hand gelopen hobby’ te vinden in Ingendael, het natuurgebied langs de Geul tussen Valkenburg en Houthem. Hij doorzoekt het terrein met een metaal-detector, en dat werk combineert twee doelen. In het gebied van Limburgs Landschap lag vroeger het schietterrein van een schutterij en Doeke speurt gratis de kogels op die in de grond zijn achtergebleven. Zo voorkomt hij loodvervuiling in het natuurgebied. Met Limburgs Landschap heeft hij afgesproken dat hij andere vondsten mag houden. Een afspraak die de amateur-archeoloog nog dagelijks blij maakt. Hij heeft niet alleen al zo’n 700 kogels gevonden, de collectie omvat inmiddels twee zilveren munten van 200 jaar oud, 30 munten tot 150 jaar oud, een gouden ring, en zilveren sieraden.