Bekwame loodgieters en veel water maakten een badhuis mogelijk
Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Thermenmuseum Heerlen, RMO, KF Heritage
Veel schoon water, warmte en ingenieus loodgieterswerk. Dat zijn volgens archeologe Gemma Jansen de belangrijkste fundamenten onder het Romeinse badhuis in Heerlen. Tijdens een lezing in het museum gaf zij recent een inkijk in haar studie naar de waterhuishouding van het badhuis.
Wie de locatie van de Heerlense thermen ziet, heeft onmiddellijk een vraag: hoe kwamen de Romeinen aan voldoende water om hier überhaupt aan baden te kunnen denken? In het begin hebben de Romeinen water uit putten opgehaald. Op het terrein rond het badhuis zijn 3 putten gevonden die zo’n 6 meter diep waren.
Maar op den duur was er behoefte aan veel meer water. De Romeinse oplossing: een 2 kilometer lang aquaduct aanleggen vanaf de bronnen van de Caumerbeek. Die liggen 15 meter hoger en dus zorgt de zwaartekracht voor een aangename stroming richting badhuis. De afvoer van het gebruikte water maakte ook al gebruik van het landschap: met een kanaal ging het bergaf richting Geleenbeek.
foto: een bronzen kraan uit Nijmegen
Indrukwekkend waterverbruik
Het waterverbruik voor het buitenbad van 9 bij 5,5 meter en de andere baden en fonteinen moet indrukwekkend zijn geweest. Alleen al om het zwembad te vullen was 58.000 liter water nodig. In dit buitenbad en in alle andere baden en fonteinen stroomde het water continu. De huidige bronnen van de Caumerbeek zijn goed voor zo’n 4.500 liter water per uur. Als die productie in de Romeinse tijd vergelijkbaar was, zal een groot deel van dat water naar het badhuis zijn geleid.
Slim loodgieterswerk
Al dat water werd met slim loodgieterswerk verdeeld. Het water kwam binnen in een reservoir. Van daaruit ging het in leidingen van lood en aardewerken buizen naar de verschillende plekken in het badhuis.
Een deel van het water ging naar de machinekamer in de kelder van het badhuis. Daar werd een flink vuur gestookt om water in een loden boiler te verwarmen. Dat hete water werd gemengd met koud water tot de gewenste temperatuur en naar de 2 warme baden geleid. Vanuit de stookruimte brachten de Romeinen via ruimtes onder de vloer warme lucht naar de ruimtes met de warme baden.
foto: loden buizen van de thermen in Heerlen
Delen boiler teruggevonden
De boiler in Heerlen was een rechthoekige, loden bak die was versierd met dierenfiguren. Vreemd voor een gebruiksvoorwerp in een stookruimte. Het vermoeden bestaat dat de loden platen voor de boiler eerst ergens anders voor zijn gebruikt. Bij opgravingen op het terrein van het badhuis zijn stukken van deze platen terug gevonden. Dat is bijzonder want i het Romeinse rijk zijn tot dusver slechts resten van 5 boilers gevonden en niet meer dan 2 intacte exemplaren.
De Romeinen waren slim genoeg om de loden boiler met een bronzen plaat te beschermen tegen de directe hitte van het houtvuur. Dit voorkwam dat het lood door de hoge temperaturen zou smelten.
De hele installatie was een uitgekiend netwerk van reservoirs, bronzen kranen (zelfs mengkranen voor koud en warm water), waterleidingen en gemetselde kanalen met een laag waterdichte beton. Het gebruikte water werd via ondergrondse, van natuursteen gemetselde kanalen afgevoerd richting Geleenbeek.
Alleen dankzij dit loodgietersvernuft konden de inwoners van Coriovallum en de bewoners van boerderijen in de omgeving zich in de thermen onderdompelen in hun badrituelen en de sociale entourage.