Vrijwel niemand kent dit bijzondere gebouw aan de Via Belgica

Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Mikko Kriek

Een badhuis, barak, woonhuis, boerderij, pottenbakkerij of luxe villa. Het zijn de gebouwen die je verwacht langs het Zuid-Limburgse deel van de Via Belgica. Eén gebouw is nauwelijks bekend en tegelijk bijzonder.

Waar zijn we?
We staan op de brug over de Worm in Rimburg. Letterlijk op de grens van Nederland en Duitsland.

Waarom daar?
In de Romeinse tijd lagen er drie dorpen langs de Via Belgica: Maastricht, Heerlen en Rimburg. Maastricht ontstond door zijn brug over de Maas, Heerlen dankt zijn bestaan aan  de kruising van de Via Belgica en de Via Traiana (Trier-Aken-Xanten). Tja, en Rimburg had zijn brug over de Worm. En in Rimburg ligt ons bijzondere gebouw.

 

Maak het niet zo spannend, wat was dat voor gebouw?
Even geduld nog. Want Rimburg mocht er toen ook al zijn. Op de Nederlandse oever zijn tussen de Palenbergerweg en de Worm langs de Via Belgica de resten van zestien gebouwen gevonden. Dan praat je over constructies met een stenen fundament en wanden met vakwerk vanaf een bepaalde hoogte. Niet zo klein ook: een afmeting van 10 bij 7 meter was de doorsnee. Het grootste gebouw was 17,50 bij 10 meter met 60 centimeter dikke muren. Op de Duitse oever zijn gebouwen van hetzelfde type gevonden, een badhuis en een pottenbakkerij met vijf ovens. Mogelijk ligt er ook nog een tempel bij de Steenenbergweg, daar is een steen gevonden met afbeeldingen. Waarschijnlijk van de goden Minerva (wijsheid) en Mercurius (handel, reizigers). Let wel, dit is wat we op dit moment weten dankzij opgravingen op een beperkt aantal plaatsen. Er kan nog meer zijn.

Het grootste gebouw was 17,50 bij 10 meter met 60 centimeter dikke muren.

En dat allemaal vanwege die brug?
Ja, daar komt het wel op neer. Er kwamen veel mensen langs en dus was er wat te verdienen met verzorging van mens en dier. De pottenbakkers gebruikten de leem in het Wormdal om er flink op los te bakken. Trouwens, die brug moest ook worden verdedigd tegen invallen van vijanden. De Duitse archeoloog Schmidt meldde midden 19de eeuw dat onder het huidige kasteel Rimburg de restanten liggen van een Romeinse versterking. Maar bewijs daarvoor is er nog niet.

 

Vergeet je niet iets?
Sorry, ja dat bijzondere gebouw: het was een watermolen om graan te malen. De molen lag naast de brug over de Worm. Met palen en planken waren toevoerkanalen gemaakt om het water van de rivier naar het molenrad te leiden. Door het toevoerkanaal naar het rad toe te versmallen, ging het water sneller stromen. Ook kon de watertoevoer met het plaatsen van planken worden geregeld. Het lijkt er op dat het houtwerk ook een soort kade vormde waar je boten kon laden of lossen.

De molen lag naast de brug over de Worm.

Hoe weten we dat?
Dankzij de opgravingen van de Akense archivaris Otto Mayer tussen 1926 en 1929. Mayer vond de houten constructies en in een toevoerkanaal lag een deel van een molenrad met houten schoepen. Diezelfde Mayer vond ook de resten van de brug en zag dat daar flink werk van was gemaakt. De brug rustte op 30 centimeter dikke eikenhouten palen. Die waren verticaal geplaatst en een aantal schuin vanwege de zijwaartse stabiliteit. De brug was zes meter breed en heeft er langere tijd gestaan. Van tijd tot tijd werd er gerepareerd: dan werden nieuwe funderingspalen geplaatst en dumpte men oude grafstenen rond de fundering om die te beschermen.

 

Waarom is die molen zo bijzonder?
Er is langs de Via Belgica in Nederland geen andere Romeinse molen aangetroffen. Trouwens in heel Nederland niet. En dat geldt ook voor de vondst van resten van een molen en een brug naast elkaar. De graanmolen was ook een mooi stukje techniek. De verticale draairichting van het molenrad werd met twee houten tandwielen overgebracht op een horizontaal draaiende molensteen. De tandwielen waren zo gebouwd dat de molensteen 5 keer sneller draaide dan het molenrad. De molenstenen werden in de Eifel gemaakt van vulkanisch gesteente. De stenen zijn jammer genoeg niet terug gevonden. Overigens, ere wie ere toekomt: de technische kennis voor de bouw van zo’n watermolen haalden de Romeinen uit het Midden-Oosten.

 

Er is langs de Via Belgica in Nederland geen andere Romeinse molen aangetroffen.

Tot wanneer heeft die molen bestaan?
De Romeinse periode van Rimburg duurt van kort voor de jaartelling tot ongeveer 400 na Christus. Exact is dat niet bekend. We weten wel dat al die gebouwen in verschillende tijdvakken zijn gebouwd. Archeologen onderscheiden in die ruim vier eeuwen zeven verschillende bouwfases. De molen schijnt rond het jaar 330 in verval te zijn geraakt. De houten kanalen zijn dicht gegooid met grond en stenen. Het einde van de molen is misschien veroorzaakt doordat de Worm een andere bedding koos.

Met dank aan Sjef Born.

 

In Hasselt-Ekkelgaarden (België) is deze Romeinse molensteen gevonden in een stal. De diameter is 71 cm, de dikte van de rand 9,5 cm. De fragmenten wegen samen zo’n 38 kilo.

De resten van het houten molenrad en de beschoeiing van het kanaal zijn tussen 1926 en 1929 gevonden door Otto Mayer.
Bron: Stadtarchiv Aachen

De kanalen zorgden voor toevoer van water uit de Worm naar het molenrad. Mogelijk was er ook een molenvijver om een constante watertoevoer te garanderen. Bron: Stadtarchiv Aachen

Rechts en links in de wand is het profiel van de Via Belgica zichtbaar.

De constructie van de brug was robuust. De schuin ingeslagen funderingspalen zorgden voor extra zijwaartse stabiliteit. Bron: Stadtarchiv Aachen

Model van een Romeinse watermolen.
Bron: WikiCommons.

Otto Mayer legde de fundamenten bloot van meerdere Romeinse huizen.

Lees ook

Participatie op de Reuvensdagen

Romeins Aken groeide dankzij keizer Trajanus